De Duitse atleten op de Olympische Winterspelen van Pyeongchang drinken bier. Liters bier, zelfs. En toch staat het land tweede op de medaillespiegel.
Bier, zeg je? Ja, maar niet het bier dat wij in de kroeg drinken. Het gerstenat dat de Duitsers in Zuid-Korea drinken is non-alcoholisch, isotoon bier en heeft een goede uitwerking op sportlijven.
Alpineskiër Linus Strasser is een van de atleten die het spul drinkt. “Het smaakt goed en het is goed voor het lichaam”, vertelt hij aan The New York Times. “Alcoholvrij bier van tarwe is ontzettend gezond. Daardoor is het goed voor ons.”
Hij maakt geen grap. Volgens The New York Times werd de ontdekking in 2009 gedaan door Johannes Scherr, docent sportmedicatie aan de Technische Universiteit van München. Scherr is nu de teamarts van de Duitse olympische skiploeg.
Scherr ontdekte dat atleten die alcoholvrij bier drinken minder kans lopen op een infectie aan de bovenste luchtwegen dan atleten die een placebo toegediend kregen. Scherr ontdekte nog wat anders, door het drinken van alcoholvrij bier herstelt het lichaam van een sporter sneller dan van degene die zich niet laaft aan de drank.
Scherr zegt dat veel van zijn atleten nu, net als Strasser, lekker aan de pils zitten. En gelukkig voor de Duitsers is er meer dan genoeg, nadat brouwer Krombacher 3.500 liter bezorgde in het olympisch dorp in Pyeongchang.
Maar het is niet alleen het alcoholloze variant die Strasser drinkt. "Soms is een gewoon pilsje ook goed voor je", zegt de skiër.
Duitsland staat momenteel tweede op de medaillespiegel van Pyeongchang, met in totaal 23 medailles. Negen meer dan nummer vier Nederland.
Dus een alcoholvrij pilsje kan zeker geen kwaad.